In Zaandam en de Zaanstreek stonden tussen de 17e eeuw en de tweede helft van de 19e eeuw meer dan 1000 molens. Ze zaagden hout, maalden koren, pelden rijst, sloegen olie en fabriceerden papier, verf, cacao en mosterd. Via de rivier de Zaan werden grondstoffen aangevoerd en producten afgevoerd, vooral naar Amsterdam. Toen Amsterdam in de 17e eeuw een economisch wereldcentrum werd, profiteerde de hele regio daarvan.
Door de komst van de stoommachines werden de molens in de tijd van de Industriële Revolutie verdreven door grote fabrieken, pakhuizen en pellerijen met bekende namen als Bruynzeel, Honig, Duyvis, Lassie, van Houten en Verkade. Er kwamen zoveel producten uit de Zaanstreek dat de regio de bijnaam ‘de voorraadkast van Nederland’ kreeg. Die producten werden dan ook nog vaak bij Albert Heijn verkocht, ook al zo’n beroemde Zaankanter.
Veel van deze bedrijven zijn inmiddels overgenomen door grote internationale concerns, maar er gebeurt de laatste jaren ook iets heel anders: enthousiaste foodmakers maken spannende ‘nieuwe’ Zaanse producten. Naast de bekende Zaanse mosterd en mayonaise en duivekater zijn er nu Zaanse Sambal, Zaanse Zwammen, Zaanse chocolade en cacaonibs, Zaans bier, kombucha (een gefermenteerde, koolzuurhoudende thee) en Saense (gehakt) Balle.
Ik maakte kennis met deze Nieuwe Zaanse keuken tijdens een bijzondere perslunch die Kroon op het Werk organiseerde in Restaurant D’Swarte Walvis op de Zaanse Schans, 50 jaar geleden begonnen als De Hoop op d’Swarte Walvis. Het interieur is nieuw en de jonge chefs Lars en Raymond ook! Zij maken gerechten met het beste uit Noord-Holland en de Zaanstreek. Zo kregen we tonijn met een hangop met Zaanse cacao, Twisker rund met Zaanse Zwammen en Zaanse sambal-ijs. Echt heel bijzonder en lekker! Ondertussen vertelde Charlotte Kleyn over de culinaire geschiedenis van de Zaanstreek.
Met een van de producten uit de goodiebag, de Zaanse sambal, maakte ik deze grove, koude pindasaus, die heerlijk is bij gado gado of saté. Zaanse sambal is ontwikkeld voor niet-pittige eters en meer bedoeld als smaakmaker. Hij wordt gemaakt in LAB44, een voormalig laboratorium op het Hembrug-terrein waar naast het sambal-lab ook een pap-lab en een bier-lab gevestigd zijn. Met Spice it up!, een mix van cacaonibs met anijszaad en peper van het CacaoLab op de Zaanse Schans gaf ik de saus nog een extraatje.
Ik maak deze grove saus in een vijzel. Heb je die niet, maal de pinda’s dan grof in een notenmolentje en vermeng ze met de rest van de (fijngesneden) ingrediënten. Je bereidt hem dus koud en serveert hem op kamertemperatuur.
Grove pindasaus met Zaanse sambal (1 potje)
1 grote rode peper, fijngehakt
2 tenen knoflook, in stukjes
1 tl trassi (zoute garnalenpasta)
200 g ongezouten pinda’s
2 el arachideolie
2 el Japanse sojasaus
1 el citroensap
1-2 tl Zaanse sambal Original*
Spice it up! met cacao, anijszaad en peper*
Wrijf de rode peper met de knoflook, de trassi, de pinda’s en de olie tot een grove massa in een vzijel. Roer de sojasaus en het citroensap erdoor en verdun met water tot de gewenste dikte. Maak op smaak met sambal en het cacao-specerijenmengsel. Schep de pindasaus in een pot. Hij blijft in de koelkast minstens een week goed.
*kijk voor verkooppunten op de sites via de blauwe links in de tekst
Vind je dit recept zo leuk dat je het wilt delen? Dat kun je heel makkelijk doen door op een van onderstaande pictogrammen te klikken.
Heb je mijn recept gemaakt en ben je enthousiast? Ik vind het leuk als je het deelt op Facebook, Instagram of Twitter met #dekeukenvancolette