Erg mooi is hij niet, de onvolprezen knolselderij. Maar die knol is wel een van mijn favoriete wintergroenten! Hij is vast onderdeel van de erwtensoep, maar ik eet hem liever puur.

Ik eet knolselderij graag als puree. Voor een heerlijk bijgerecht bij wild en lamsvlees gebruik ik half aardappel-, half knolselderijpuree, die ik beide op smaak maak met room, royaal zwarte peper en wat zout. Er kunnen nog een paar druppels truffelolie door, maar ook niet meer dan dat.

Ook deze met pancetta omwikkeld truffelfrites zijn niet te versmaden. Ik serveer ze op een salade van linzen, geroosterde hazelnoten en een mosterdvinaigrette, maar je kunt er ook bovenstaande puree mee garneren.

Het schoonmaken en snijden van knolselderij is ene fluitje van een cent als je hem eerst in plakken snijdt en daarna schilt.

Knolselderij-frites 


1 kleine knolselderij
vers gemalen peper, zout
3 el milde olijfolie
150 g zo dun mogelijk gesneden pancetta


Verwarm de oven voor op 200 graden. Snijd de knolselderij in plakken, schil deze en snijd in dikke repen. Kook ze in ruim water met zout 5 min. voor en giet af. Bestrooi de repen met peper en zout en hussel ze in een braadslede om met de olie. Verdeel ze plat over de bodem. Laat de knolselderij in de oven 30 min. garen en haal de braadslede eruit, maar laat de oven aan staan. Laat 10 min. afkoelen en omwikkel de knolselderij-frites dan met smalle reepjes spek. Leg ze terug in de braadslede en zet deze nog 15 min. terug in de oven. Serveer meteen.

Pin It on Pinterest