Ik zie ze niet zo vaak liggen,  dus toen ik ze tegen kwam bij de Turkse groenteman nam ik ze meteen mee: kweeperen. Kweeperen zijn nauw verwant aan appels en peren en zijn vooral populair in mediterrane landen en in Japan. Maar in tegenstelling tot hun familieleden kun je ze niet rauw eten, daar zijn ze veel te hard voor.

Je moet er dus iets mee doen. 

Kweeperen bevatten veel pectine en zijn daarom heel goed geschikt om jam of gelei of de uit Spanje bekende pasta dulce de membrillo van te maken. Je kunt ze ook als taartvulling (in een appeltaartrecept bijvoorbeeld) gebruiken, er compote of chutney van maken of koken en in siroop bewaren.

Dat laatste deed ik dus. De friszure kweepeer in combinatie met de ingekookte, zoete siroop is erg lekker met vanillevla of -pudding of in de yoghurt bij het ontbijt. Je kunt ze ook als bijgerecht bij kip of varkensvlees serveren.

Kweeperen in siroop (1 kleine weckpot)


1 kg kweeperen
200 g suiker
sap van 1 citroen
2 dl muskaatwijn of witte wijn
kaneelstokje
takje tijm

Schil de kweeperen en verwijder de klokhuizen. Gooi het afval niet weg, maar doe het in een pan. Voeg de suiker, het citroensap, de wijn, de kaneel, de tijm en 3 dl water toe. Snijd de kweeperen in schijfjes en doe ze in de pan. Breng aan de kook en laat 20-40 min. koken. De kooktijd hangt af van de soort. Je moet wel in de schijfjes kunnen prikken, maar ze mogen niet stuk koken. Schep de kweepeer uit de pan, zonder schilletjes etc. Zeef het kookvocht en kook het in tot de helft. Doe de kweepeer in een schone weckpot en schenk de siroop erover. Laat afkoelen en sluit de pot. In de koelkast ruim een week houdbaar.

Pin It on Pinterest